Met de toenemende rol van digitale platforms in het faciliteren van vervoersdiensten, rezen er juridische vragen over hun classificatie en de mate van regulerend toezicht waarmee ze te maken zouden moeten krijgen. De kernvraag is of deze platformen louter als tussenpersonen moeten worden behandeld onder Richtlijn 2015/1535 of dat hun rol zich uitstrekt tot het aanbieden van vervoersdiensten, waardoor ze aan strengere nationale regelgeving moeten worden onderworpen. Het Europese Hof van Justitie (HvJEU) heeft zich in verschillende zaken over deze kwestie gebogen, waaronder het Ster Taxi App zaak, die meer duidelijkheid biedt over het juridische onderscheid dat van toepassing is op platforms voor ritbezorging en taxi-aggregatie.

Inzicht in de regelgeving
Volgens de EU-wetgeving speelt de classificatie van digitale diensten een cruciale rol bij het bepalen van hun wettelijke verplichtingen. Richtlijn 2015/1535 definieert een "dienst van de informatiemaatschappij" als een dienst die:
- Voorzien van een vergoeding,
- Uitgevoerd op afstand,
- Geleverd via elektronische weg,
- Gestart op verzoek van een ontvanger.
In principe genieten diensten die aan deze criteria voldoen bepaalde wettelijke bescherming, die de mogelijkheid van EU-lidstaten beperkt om beperkende maatregelen op te leggen, zoals vergunningen of operationele controles, tenzij specifieke procedures worden gevolgd, waaronder kennisgeving aan de Europese Commissie.
Vervoersdiensten zijn echter expliciet uitgesloten van deze richtlijn en vallen in plaats daarvan onder nationale regelgevingskaders, die vereisten omvatten voor vergunningen, operationeel toezicht en prijscontrole. De classificatie van digitale platforms die actief zijn in de mobiliteitssector hangt af van hun mate van betrokkenheid bij het kernproces van de dienstverlening, wat bepaalt of ze louter als tussenpersonen of als vervoersaanbieders functioneren.
De Star Taxi zaak: juridisch onderzoek
In november 2020 deed het Hof van Justitie van de Europese Unie (HJEU) uitspraak over SC Star Taxi App SRL tegen Gemeente Boekarest (Zaak C-62/19). De zaak ging over de vraag of Star Taxi, een digitaal platform dat passagiers verbindt met taxichauffeurs met een vergunning, moest worden geclassificeerd als een dienst van de informatiemaatschappij of als een aanbieder van vervoersdiensten.
Het HvJEU oordeelde dat Star Taxi opereert als een dienst van de informatiemaatschappij en niet als een aanbieder van vervoer. De beslissing was gebaseerd op de volgende belangrijke factoren:
- Star Taxi brengt passagiers uitsluitend in contact met erkende taxichauffeurs, die al onder de nationale vervoerswetgeving vallen. Hun leveranciers bestaan al op de markt en zijn al gereguleerd.
- Het platform legt geen prijsbeleid op en bepaalt geen tarieven; deze worden geregeld door de nationale vergunningverlenende instanties.
- Het biedt geen aanvullende transportgerelateerde diensten zoals wagenparkbeheer of het in dienst nemen van chauffeurs.
- Het bedrijf heeft geen controle over de roosters, de werkomstandigheden of het gedrag van de chauffeurs, behalve het faciliteren van digitale verbindingen.
- De dienst die wordt aangeboden door Star Taxi verschilt van ride-hailing platforms zoals Uber, waar het platform een aanzienlijke controle uitoefent over tarieven, chauffeursactiviteiten en interacties met klanten.
Star Taxi bemoeit zich niet met de feitelijke levering van vervoersdiensten, behalve dat het digitale communicatie mogelijk maakt, oordeelde het HvJEU dat het valt onder de classificatie van een dienst van de informatiemaatschappij. Als gevolg daarvan werden de beperkende vergunningseisen van de gemeente Boekarest onverenigbaar geacht met de EU-wetgeving.

Implicaties voor digitale platforms
De Ster Taxi In deze uitspraak wordt het juridische begrip van digitale transportplatforms verder verfijnd, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen platformen die slechts als tussenpersoon fungeren en platformen die aanzienlijke controle uitoefenen over de vervoersdiensten. In tegenstelling tot Uber, dat werd geclassificeerd als een aanbieder van vervoersdiensten vanwege het prijsbeleid, de controle over de chauffeurs en het directe beheer van de ritvoorwaarden, werd Star Taxi erkend als een tussenpersoon. Dit onderscheid is cruciaal voor exploitanten van platforms bij het navigeren door regelgevende kaders in verschillende jurisdicties.
Belangrijke factoren die de platformclassificatie beïnvloeden zijn onder andere:
- Of het platform niet-gelicentieerde bestuurders inhuurt die uitsluitend op het platform vertrouwen voor het leveren van diensten.
- Of het platform voorwaarden stelt aan de dienstverlening, zoals tarieven, werktijden of contractuele verplichtingen.
- Of het platform controle uitoefent over de toegang van bestuurders tot de dienst.
Naarmate digitale mobiliteitsoplossingen zich verder ontwikkelen, moeten regelgevers en platformbeheerders dit onderscheid zorgvuldig in overweging nemen om ervoor te zorgen dat zowel de EU- als de nationale regelgeving wordt nageleefd en tegelijkertijd innovatie in de sector wordt gestimuleerd.